Oorlogswinst over wetgeving in oorlogstijd door de bezetter in Nederland Signalement OORLOGS c Ons redactielid Gert Jan van Setten is op 7 september jl. gepromoveerd op de VU. Hij schreef een interessante overzichtsstudie getiteld ‘Oorlogswinst, Bezettingsmaatregelen die bleven’. Wie dacht dat die wetten na de bevrijding werden afgeschaft, komt bedrogen uit. Zowel in de regering in ballingschap in Londen als in verzetskringen in bezet Nederland waren velen ervan overtuigd dat na de bevrijding deze Duitse wetgeving volledig buiten werking zou moeten worden gesteld. www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2023 33 n GERT JAN VAN SETTEN Lisa van de Bunt Van Setten geeft aan dat een substantieel deel van deze wetten al tijdens het interbellum werd voorbereid door de ministeries. Waarom zou je die grondig voorbereide wetten nietig verklaren alleen omdat ze pas in de oorlog waren afgekondigd? Veel nauwkeuriger moeten nut en noodzaak afgewogen worden van nog bruikbare wetten voor na de oorlog. Met name na toetsing op normen en waarden en democratische relevantie voor de naoorlogs Nederlandse samenleving. Interessant is dat de regering in ballingschap hier aanvankelijk weinig gevolg aan gaf, hoewel het rapport van bovengenoemde verzetscommissie Van Meurs bij hen bekend was. Van Setten stipt her en der de rol van Koningin Wilhelmina aan, die zoals bekend van mening was dat na de oorlog alles anders moest, zo ook moest men natuurlijk afscheid nemen van de gehate Duitse wetgeving. Begrijpelijk is haar teleurstelling dat de realiteit heel anders uitpakte. Hoe kijken we daar nu in de 21ste eeuw op terug? Vaak kwamen deze wetten tot stand door ambtenaren op ministeries, tijdens de bezetting onder leiding van hun Secretaris-Generaal (SG). De ministers waren immers uitgeweken naar Londen. Sommige SG’s maakten er geen geheim van, dat ze het wel gemakkelijk vonden om wetten uit te vaardigen zonder tussenkomst van parlement of minister. Niet alleen in regeringskringen maar ook onder de bevolking heerste de angst dat er chaotische wetteloosheid zou ontstaan als alle in oorlogstijd ingevoerde wetten in één klap zouden worden afgeschaft. Al vrij snel tijdens de oorlog groeide het besef dat na de bevrijding een grondige afweging nodig zou zijn welke wetten wel of niet direct zouden moeten worden afgeschaft. Al in de oorlog kwam een verzetscommissie onder leiding van de Groningse hoogleraar Van Meurs met de aanbeveling een aantal van die bezettingsmaatregelen voorlopig te handhaven. Voor bepaalde categorieën was van meet af aan duidelijk dat die direct moesten worden afgeschaft: bijvoorbeeld nazimaatregelen tegen de Joodse bevolkingsgroep in Nederland en tegen het verzet. Veel van de voorlopig gehandhaafde maatregelen zijn in de periode 1945 - 1970 geleidelijk aan omgezet in reguliere Nederlandse wetten. an Setten toont na grondig onderzoek aan dat dit door een veelheid aan factoren anders liep. Als u zich afvraagt wat dit alles met Bloemendaal te maken heeft: iedereen had met deze nazi-macht en tegenmacht te maken, zo ook Bloemendalers. Onder 'Conclusies: de zweepslag van de bezetting' vermeldt Van Setten de volgende illustratieve anekdote uit de Bloemendaal kroniek 1939-1945 (2005) van Anna M.G. Nierhoff: Op 6 oktober 1942 kregen de ambtenaren van de gemeente Bloemendaal van de NSB- burgemeester J.W. Zigeler de opdracht om deel te nemen aan een op 17 oktober te Haarlem door Winterhulp Nederland georganiseerde 'eenpansmaaltijd’ De ambtenares voor maatschappelijk hulpbetoon J.J. Bruin, weigerde pertinent aan dit nationaalsocialistisch ritueel mee te doen. De burgemeester ontsloeg haar wegens ongeschiktheid. Bruin stapte naar de ambtenarenrechter waarna op 16 september 1943 de Centrale Raad van Beroep het ontslagbesluit vernietigde. Haast maakte burgemeester Zigeler niet met erkennen van deze correctie: pas 2 maart 1944 liet hij de ambtenares weten dat zij met ingang van 15 maart haar werkzaamheden kon hervatten. Einde anekdote; onthullend dat al tijdens de bezetting korte metten gemaakt werd met een onrechtmatige maatregel. Voor alle duidelijkheid: oorlog is iets vreselijks, zie de oorlog in Oekraïne. Kan je in combinatie met oorlog überhaupt wel spreken van winst? Bovengenoemde auteur Lammers kiest er voor de term collaboratie neutraal te benaderen. Van Setten doet hetzelfde met de term oorlogswinst en hij voorziet deze dus niet van het oordeel goed of fout.^^ De organisatiesocioloog Lammers wijst er in zijn boek Vreemde overheersing (2005) op dat samenwerking binnen de bestuurselite, zoals de Nederlandse SG’s en de nazi bezettingsmacht dat deden, destijds heel gebruikelijk is was. De bezetter heeft er belang bij dat de gang van zaken zo normaal mogelijk blijft en dat het bezette land schijnbaar zichzelf blijft besturen. Collaboratie in de foute zin is natuurlijk verkeerd. Maar collaboratie in de neutrale zin van het woord is vaak wenselijk zowel voor de bezetter als voor de overwonnenen, aldus Lammers. Lammers geeft aan dat de Amerikaanse bezetting van Irak juist op dit punt stukgelopen is. Aanhangers van Saddam Hoessein werden verwijderd van hun posten. Resultaat: ongekende chaos, elkaar bestrijdende partijen waar de Amerikanen niks meer van begrepen en geen grip meer op kregen. G.J. van Setten (2023), Oorlogswinst, bezettingsmaatregelen die bleven. Boom Geschiedenis, ISBN 9789024457403 Gert Jan en echtgenote Sabine (Teun Schermerhorn) BEZETTINGS MAATREGELEN DIE BLEVEN - - 1 s V Boom WINST 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2023 | | pagina 17