Buiten Bloemendaal
Museum Thyssen Bornemisza, Madrid
www.onsbloemendaal.nl
26
nr. 4 winter2023
Paulanha van den Berg
twee toegeschreven aan Jacob Izaacksz. van Ruisdael.
Jacob Isaacksz. van Ruisdael (toegeschreven aan). Bleekvelden bij Bloemendaal. Olie op canvas
Jan Vermeer van Haarlem II. Gezicht op Haarlem vanaf de duinen ca. 1660 -1670. Olie op canvas
Jacob Isaacksz. van Ruisdael (toegeschreven aan). Zicht vanaf de duinen ca. 1670. Olie op canvas
en lezer die onlangs in Madrid door het
Thyssen Bornemisza Museum struinde,
attendeerde ons op de volgende
schilderijen met een oorsprong in
Kennemerland.
Jan Vermeer van Haarlem II
(Haarlem, 1628 -1691)
Een bekende schilder van dit genre was Jan Vermeer
van Haarlem II, ook wel Jan van der Meer genoemd.
Hij was tevens graveur en tekenaar. Hij kwam uit een
Haarlemse kunstenaarsfamilie. Zijn vader, Jan Vermeer I,
was kunsthandelaar, zijn broer Isaac en zijn neven Jan
en Barent waren landschapsschilders. De naam ‘Van
Haarlem’ werd aan hun achternaam toegevoegd om hen
te onderscheiden van de familie Vermeer uit Delft. In 1654
trad Jan Vermeer toe tot het Haarlemse Sint-Lucasgilde en
In het Spaanse museum was aan het eind
van de vorige eeuw een grote tentoonstelling
(1994 /1995) over Hollandse landschapsschilderkunst in
de Gouden Eeuw. Momenteel hangen daar op zaal één
landschapsschilderij van Jan Vermeer van Haarlem II en
in datzelfde jaar trouwde hij. Hij werd beïnvloed door de
landschapsschilders van Haarlem, met name Jacob van
Ruisdael. Vermeer schilderde weidse vergezichten met
een hoog uitzicht, meestal van de duinen bij Overveen
aan de rand van de stad. Hij werkte samen met Adriaen
van Ostade die bij gelegenheden de figuren in Vermeers
composities aanbracht. Vermeer was ook gespecialiseerd
in zeegezichten, veldslagen en pastorale taferelen,
terwijl zijn zoon en leerling, Jan Vermeer van Haarlem III,
weliswaar de motieven van zijn vader bleef gebruiken,
maar een meer Italiaanse stijl hanteerde.
Haarlem is al eeuwenlang een geliefd onderwerp voor
schilders. De vergezichten vanuit Kennemerland met de
Bavokerk aan de horizon, bleekvelden op de voorgrond
en imposante luchten waren in de zeventiende eeuw zó
populair dat ze een eigen aanduiding kregen: ‘Haarlempjes’
Op de velden in en om Haarlem werd het linnen gebleekt.
Het klimaat en het schone duinwater waren gunstig voor
een goede bleek. De ‘Haarlemmer bleek’ was dan ook
wereldberoemd.
Jacob Izaacksz. van Ruisdael
(Haarlem 1628 - Amsterdam 1682)
Jacob van Ruisdael wordt beschouwd als de grootste
Nederlandse landschapsschilder van de zeventiende eeuw.
Er is echter weinig over de schilder bekend; van hem is
geen portret, zelfportret of brief bewaard gebleven. Zijn
familie staat ook bekend onder de naam ‘de Goyer’ naar
hun afkomst uit het Gooi. Jacobs vader veranderde de
naam in Van Ruysdael. Die naam is verbonden aan een
inmiddels verdwenen kasteel in Blaricum. Het dorp was de
woonplaats van Jacobs grootvader, meubelmaker Jacob
de Goyer. Alleen Jacob van Ruisdael spelde de nieuwe
familienaam met een i.
Waarschijnlijk kreeg Jacob les van zijn vader, die
lijstenmaker en tevens schilder was. Hij groeide op in
het Haarlemse schildersmilieu en trad in 1648 toe tot het
Haarlemse Sint-Lucasgilde, evenals de eerdergenoemde
Jan van Vermeer van Haarlem II. Zijn oom, de kunstenaar
Salomon van Ruysdael, is van grote invloed op hem
geweest evenals Hendrick Goltzius, Hercules Segers en
Jan van Goyen. Van Ruisdael schilderde landschappen,
panoramische uitzichten, duinen, zeegezichten, bossen,
bergen, watervallen en ruisende beekjes. Hij reisde relatief
weinig, bleef in de buurt en in Duitsland om inspiratie
op te doen voor zijn schilderwerk en maakte daarbij veel
tekeningen. Van Ruisdael had slechts één geregistreerde
leerling Meyndert Lubbert, later bekend als Meindert
Hobbema, hij had hem als wees in huis genomen.
Rond 1657 verhuisde Van Ruisdael van Haarlem
naar Amsterdam, toen een welvarende stad die
waarschijnlijk een grotere markt voor zijn werk bood. Hij
genoot hoog aanzien in Amsterdam. In 1660 kregen hij
en onder anderen Jan Lievens, Jordaens en Rembrandt
de opdracht een aantal schilderijen te maken voor de
decoratie van het nieuwe stadhuis in Amsterdam, het
huidige Paleis op de Dam. Desondanks is Van Ruisdael
nooit rijk geworden, hoewel bekend is uit enkele fiscale en
notariële gegevens dat hij beter af was dan zijn vader.
Jacob van Ruisdael bleef zijn hele leven ongehuwd in
Amsterdam wonen. Op 14 maart 1682 werd hij begraven
in het zuiderdwarsschip van de Haarlemse Sint-
Bavokerk (grafnummer 177).
In het Frans Hals Museum is tot en met 7 januari 2024 de
tentoonstelling te zien ‘Blik op Haarlem’ waar meerdere
‘Haarlempjes'en landschapsschilderijen uit Kennemerland
te zien zijn.
E