11
Personeele ^e 'ieer H°n'g bespreekt hierna de door Burge-
toeiage aan meester en Wethouders voorgestelde verhooging der
fei*1 secrrtarte" jaarwedde van den ambtenaar ter secretarie met 200,
hij deelt rnede, dat hij niet is tegen de verhooging
wat betreft den tegenwoordigen ambtenaar, maar zag
ze liever toegekend als eene gratificatie, opdat de
Raad later vrij zal zijn.
De Voorzitter zou het dan beter oordeelen aan
dezen ambtenaar eene persoonlijke toelage te ver-
leenen van f 200,waarmede de heer Honig zich
vereenigt.
De heer Van den Berg verklaart zich tegen de
verhooging, omdat indertijd in beginsel is aangenomen
dat voor f 300,gemakkelijk een ambtenaar zou te
vinden zijn; zoolang niet is uitgemaakt, dat dit niet
het geval is, acht hij het f 200,— wegwerpen.
De heer Honig wijst er op, dat er zeer veel werk
te doen is, en dat op de ambtenaren moet kunnen
vertrouwd worden, hij acjit zich niet verantwoord om
het telkens rnet een ander te probeeren.
De heer Van den Berg herhaalt, dat hierdoor het
beginsel verloochend wordt en dat andere personen,
als deze ambtenaar zou vertrekken, blij zullen zijn als
ze de betrekking kunnen krijgen, waarop de heer
Honig nader betoogt, dat dit nog geen bewijs is, dat
die personen geschikt zijn, terwijl de Burgemeester
over den tegenwoordigen ambtenaar zeer tevreden is,
spreker is overtuigd, dat geene verhooging van f 200
zal worden voorgesteld, indien het niet in het belang
der gemeente gewenscht is, daarvoor wordt in de
huishouding der gemeente alles te degelijk overwogen,
alvorens er uitgaven worden gedaan.
Met verlof der vergadering verkrijgt deheerVan
den Berg voor de derde maal het woord en houdt vol
als zijne meening, dat voor f 300.een ambtenaaar
zal kunnen gevonden worden, die misschien ook goed
zal zijn, waarop de heer Dr. Droog uiteenzet, dat bij te
karige bezoldiging vlottend personeel wordt verkregen^
«f