Bij de stemming verklaarden zich voor hetvoor-
stel vier leden en tegen het voorstel zeven leden en
wel de heeren Honig, Van den Berg, Van Meeuwen,
Van der Eijken, Beelen, Peeperkorn en Van Houten.
De Voorzitter deelt daarna mede, dat Burge-
meester en Wethouders nu met het nieuwe voorstel
komen, om de afkoopsom te bepalen op /5.
De heer Peeperkorn vraagt de aanleiding tot de
verlaging, waarop de Voorzitter antwoordt, dat ge-
bleken is, dat sommige dienstplichtigen, voor wie het
vervullen van den dienst moeielijk is, bezwaar hebben
tegen de hooge afkoopsom.
De heer Peeperkorn vreest, dat bij verlaging
velen zullen gebruik maken van den afkoop en het
gehalte van het personeel zal verminderen.
De heeren Van der Eijken, Honig en Van den
Berg sluiten zich hierbij aan.
De heer Van Meeuwen heeft bezwaar tegen de
tegenwoordige regeling van de aanstelling bij de Brand-
weer; daar ook de aanwijzing bij loting vele moeielijk-
heden met zich brengt, vraagt hij, of niet getiacht
zou kunnen worden eene goed betaalde vrijwillige
brandweer te verkrijgen.
De Voorzitter gevoelt hier wel wat voor, maar
vreest voor de uitvoerbaarheid.
De heer Van den Berg zegt, dat in het alge-
meen over de tegenwoordige regeling niet zoo ge-
klaagd wordt, zoodat hij het nut van verandering niet
inziet, de heer Van Wickevoort Crommelin sluit zich
hierbij aan en wijst er op, dat eene vrijwillige brand-
weer duur zou zijn voor de gemeente en daarvoor
zich meestal de minder goede elementen zouden aan-
melden. Ook de heer Dr. Droog wijst op de hooge
kosten, waarna de Voorzitter betoogt, dat, wanneer
niet genoeg geschikte vrijwilligers zich aanmeldden,
de aanvulling van het personeel op dezelfde wijze zou
moeten geschieden en er alsdan nog meer ontevreden-
heid zou komen, hij stelt voor nu tot stemming over