3
De Voorzitter antwoordt, dat de zaak den heer Van
den Berg niet duidelijk schijnt te zijn, de besparing van
tijd voor de Raadsvergaderingen en de verhooging van
het presentiegeld houden geen onderling verband, de be-
doeling van het drukken toch is, dat de Raadsleden in de
gelegenheid zijn thuis op hun gemak de stukken na te
lezen, zoodat ze beter voorbereid ter vergadering komen,
de tijd, die door het niet lezen der notulen wordt uitge-
spaard, kan beter besteed worden aan eene degelijke be-
spreking der onderwerpen en iedereen heeft beter gelegen-
heid om op-of aanmerkingen te maken, zoodat de goede
behandeling der zaken wordt bevorderd.
De heer Van den Berg ziet het noodige van het
drukken nog niet in en meent, dat het leidt tot overhaasting
van de Raadsvergaderingen, waarop de Voorzitter nader
betoogt, dat de Raadsleden beter zullen kennen den juisten
inhoud der notulen, wanneer zij ze gedrukt tehuis ont-
vangen, dan wanneer die een half uur lang vlug worden
voorgelezen, verder wijst spreker er op, dat de vergade-
ringen steeds belangrijker worden en het dikwijls laat
wordt, hierdoor zou het kunnen gebeuren, dat een paar
zaken wat overhaast worden afgedaan wegens het gevor-
derde uur, hetgeen niet zou geschieden, als er een half
uur tijd gewonnen werd door het niet lezen der notulen.
De heer Van den Berg verkrijgt met verlof der Ver-
gadering voor de derde maal het woord en vraagt, of met
de ter secretarie aanwezige schrijfmachine niet de noodige
afdrukken zouden kunnen gemaakt worden.
De Voorzitter antwoordt, dat, indien al dit werk met
de schrijfmachine zou moeten gebeuren, deze voor de loopende
zaken dikwijls niet gebruikt zou kunnen worden, terwijl
men bovendien ook geen flinke afdrukken verkrijgt. waarna
de heer van den Berg verklaart mee willen te gaan op den
vooruïtstrevenden weg, nu het voordeel van het drukken
voldoende is geconstateerd.
De heer Van Meeuwen ziet het belang in van het
drukken der notulen en besluiten, waardoor men ook later
thuis nog eens de zaken kan nagaanspreker zou echter