9
daarvoor kosteloos kan gebruik maken van een lantaarn-
paal staande op het erf voor zijne villa.
Daar in het besluit is voorzien in het geval, dat er
lantaarns bijkomen, behoeft hiervoor het besluit niet ge-
wijzigd te worden.
Hierom stelt de Voorzitter voor eerst te besluiten
tot goedkeuring van het ontwerp-besluit „Aanbesteding
straatverlichting", waarop dit met algemeene stemmen wordt
vastgesteld.
Daarna stelt hij aan de orde de plaatsing van een
lantaarn aan den Voorweg op het erf der villa van den
heer Adriani, hij antwoordt den heer Van Wickevoort Cromme-
lin, dat hij op dat punt goed staat voor de verlichting
van den weg, en de heer Van den Berg kan hieraan toe-
geven, dat de heer Adriani zich bereid heeft verklaard het
houtgewas, dat het gezicht mocht belemmeren, af te kappen.
De heer Höcker vraagt, of de aannemer der straat-
verlichting wel goede branders gebruikt, daar de lantaarns
met zeer kleine vlam en slecht branden.
De Voorzitter antwoordt, dat hij gebruikt het model,
hetwelk de gemeente altijd had, echter zal hij den aan-
nemer op de klacht wijzen.
Hierna wordt algemeen goedgevonden, om voor de
verlichting van den Voorweg een lantaarn te doen branden
op den lantaarnpaal staande op het erf voor de villa van
den heer Adriani.
VIII. De Voorzitter deelt mede, dat het vervoer van puin
Openbare en grint sedert enkele jaren onderhands werd aanbesteed
aanbeste- aan C. M. van Son te Haarlemmermeer, die zoo noodig
ding ver- moest zorgen voor eene sneeuwploeg, Burgemeester en
voer van Wethouders meenen echter, dat het beter is een openbare
puin en aanbesteding te houden, niet omdat zij ontevreden zijn over
grint. Van Son, maar uit billijkheidsoogpunt tegenover de vracht-
rijders in de gemeente.
De heer Van den Berg vraagt, of de wegwerker
verplicht is den aannemer van het vervoer bij de werk-
zaamheden behulpzaam te zijn, daar hij meent bemerkt te
hebben, dat deze met de kar heen en weer gaat. De heer