7
De Voorzitter dankt vervolgens heeren stemopnemers
voor de genomen moeite bij de verschillende stemmingen.
VIII Hierna deelt de Voorzitter mede, dat ingevolge art. 28
Uitbrei- a'- 1 der Woningwet de Gemeenteraad verplicht is een
dingsplan. uitbreidingsplan vast te stellen, omdat het zielental der ge-
meente in de laatste vijf jaren met meer dan een vijfde is
toegenomen.
Gedeputeerde Staten wijzen hierop in hun brief van 22
April 1908, No. 33, waarbij zij het bouwplan Dölleman
tot hernieuwde vaststelling terugzenden en Burgemeester
en Wethouders uitnoodigen spoedig een uitbreidingsplan
ter hand te nemen en na vaststelling ter goedkeuring toe
te zenden.
Burgemeester en Wethouders verzoeken hierom den
Raad hen te willen machtigen om als deskundigen voor de
vaststelling van het uitbreidingsplan te rr.ogen aanwijzen
de architecten van het nieuwe Raadhuis, de beeren Jos.
Cuijpers en Jan Stuijt, terwijl dan iater, nadat het bedrag
der kosten ongeveer zal bekend zijn, eene financieële rege-
ling der uitgave zal worden voorgesteld.
Op eene vraag van den heer Van Wickevoort Crom-
melin deelt de Voorzitter mede,. dat de Raad een weigerend
besluit zou kunnen nemen, doch dat Gedeputeerde Staten
dit dan toch zouden vernietigen.
Spreker zegt verder, dat Burgemeester en Wethouders,
omdat de loopende begrooting geen post bevat voor het
uitbreidingsplan en de kosten niet kunnen betaald worden
uit de gewone inkomsten, aan Gedeputeerde Staten hebben
verzocht, hiervoor eene geldleening te mogen aangaan,
waarop het antwoord is ontvangen, dat dit desnoods kon
geschieden doch dan slechts op zeer korten termijn. Hoe-
wel thans moeielijk een juist cijfer kan worden opgegeven,
omdat niet bekend is hoeveel tijd en arbeid het plan zal
vorderen, meent de Voorzitter de kosten te moeten ramen
op /2000.welk bedrag ook opgaf de heer Jos. Cuijpers
met wien hij over de zaak een onderhoud heeft gehad.
De heer Van Meeuwen vraagt, of, waar Heemstede staat