10
Op detweede pl-aats wordt verzocht, dat voor de werk-
lieden dezelfde loonstandaard zal worden geheven als deze
in Haarlem is vastgesteld.
De Voorzitter merkt op, dat hieromtrent niets besloten
is en dat het moeielijk is daarover nu nog bepaiingen te
maken.
De heer van den Berg vindt de woorden „zooveel raoge-
lijk" waar het aannemen van werkvolk uit de gemeente
betreft, nogal rekbaar, waarom hij in de overeenkomst de
verplichting zou willen vastleggen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat naar zijne neening de
woorden „zooveel moeelijk" reeds op eene verplichting
wijzen, zoodat de firma zal moeten aantoonen, dat het haar
niet mogelijk is, spreker zal dan ook aan deze bepaling
streng de hand houden.
De heer Honig zegt, dat bovendien in de overeenkomst
de bepaling voorkomt, dat wederkeerige wenschen zooveel
mogeiijk in aanmerking zullen worden genomen, zoodat hij
de toepassing van de bepaling betreffende de aanneming
van werkvolk in handen van den Voorzitter veilig acht.
De heer Van den Berg merkt nog op, dat bij het leggen
der rioleering slechts weinig arbeiders uit deze gemeente
zijn werkzaam geweest, waarop de Voorzitter echter ant-
woordt,dat de rioleering in het openbaar is aanbesteed en
toeri eene dergelijke bepaling in het bestek niet voorkwam.
Verder zegt de Voorzitter, dat de firma Francke van
haar zelf hier uitsluitend technische werklieden gebruikt,
en dat het voor haar beter zal zijn de andere werklieden
ui-t deze gemeente te nemen dan van elders, overigens be-
looft spreker nogmaals. dat hij aan de bepaling streng de
hand zal houden.
De heer Van der Weiden is het volkomen eens met de
boven gemaakte opmerking van den heer Honig, dat ern-
stig behoort te worden nagegaan, of de buisleiding van
Bennebroek van voldoende capaciteit is.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat volgens de gemaak-
te begrooting van gasverbruik te Bennebroek gerekend