12
dien dit noodig wordt geoordeeld zou kunnen geschieden
door een paar petroleumlantarens.
De heer Van der Weiden vindt het echter beter, om
reeds nu langs den Van Merlenweg gasverlichting aan te
brengen en wordt daarin krachtig gesteund door den
heer Van Meeuwen, op grond, dat de Van Merlenlaan een
verbindingsweg is voor vele inwoners, die van en naar
het dorp moeten, verder in het belang der openbare zede-
lijkheid, alsmede van eene goede circulatie door de buis
die ontworpen is van de Kerklaan door den Heerenweg
naar de Van Merlenlaan en welke dan minder wijd kan
worden en dus minder kostbaar.
De Voorzitter antwoordt, dat de Gascommissie het leg-
gen der buis in de Van Merlenlaan alleen ontraadt met
het oog op de zuinigheid, maar daartegen geen principieel
bezwaar heeft, waarop de heeren van Meeuwen en van der
Weiden voorstellen deze buis te leggen.
De heer van Houten verklaart met dit voorstel te kun-
nen meegaan en ook de Voorzitter verklaart zich niet be-
slist daartegen, doch wel de heer Honig, die betoogt, dat
voorloopig door petroleumverlichting aan de bezwaren kan
worden tegemoet gekomen.
Het voorstel wordt hierna in stemming gebracht en
aangenomen met zeven tegen twee stemmen, die der
heeren Honig en van den Berg.
De heer Höcker wijst op de wenschelijkheid om te zor-
gen, dat later geene tramrails boven de gasbuizen gelegd
worden, daar deze anders gevaar loopen stuk te gaan.
De Voorzitter zal met deze opinerking rekening houden,
en hierom zal hij zorgen, dat waar de tramrails over de
gasbuizen heengaan, versterkingen worden aangebracht.
Verder zal spreker letten op het landelijk karakter der
gemeente, zoodat de gasbuizen niet te dicht bij de boo-
men zullen gelegd worden.
De heer Honig geeft te kennen, dat hij den heer Geerling,
deskundige der Gascommissie, gaarne over een paar punten
zou hooren, waarop de Voorzitter de vergadering schorst.