13
Nadat de Voorzitter de schorsing heeft opgeheven
wenscht hij eerst te constateeren de resultaten van de be-
sprekingen raet de heeren Geerling en Gerber.
De heer Geerling heeft de verzekering gegeven, dat de
wijdte van het buizennet voldoende was voor de naaste
toekomst en meer speciaal wat betreft de buisleiding
naar Bennebroek, omdat gerekend is op het dubbele van
het normaie gebruik en bovendien door hulpmiddelen de
capaciteit nog hooger kan worden opgevoerd.
De heer Gerber heeft goedgevonden, dat in art. 3 al.
2 der Bouwovereenkomst de woorden ,,gewone slijtage
door het bedrijf" worden vervangen door de woorden
„onachtzaamheid of onbekwaamheid van het personeel der
gemeente".
Verder heeft de heer Gerber goedgevonden, dat in art.
7 al. 1 de woorden ,;6 weken," worden vervangen door
de woorden,, hoogstens twee maanden", welke iaatste ter-
mijn volgens verzekering van den heer Geerling voldoende is.
In verband hiermede is goedgevonden al. 2 van art. 7
te laten vervallen, welke zinsnede luidde:
,,Mocht deze lehrheizer nog langer in functie moeten blij-
ven, dan wordt hij door de gemeente bezoldigd, doch is
de firma Carl Francke verpiicht hem beschikbaar te stel-
len"
Ten slotte heeft de heer Gerber uitdrukkelijk verklaard
in verband met de redactie van art. 2 dat hij in de eerste
plaats de in Heemstede wonende aannemers zal bevoor-
deelen en de aldaar wonende arbeiders zal aannemen,
onder voorbehoud, dat normale prijzen gevraagd worden,
waarbij spreker hem heeft te kennen gegeven, dat hij aan
die bepaling ten strengste zou vasthouden.
De heer Dr. Droog wenscht nog in het midden te bren-
gen, dat de deskundige heeft verklaard, dat, wanneer na
10 of 12 jaren wegens groote toename van het verbruik
eene buis te nauw mocht blijken, deze niet weg is, maar
op een ander terrein kan gebruikt worden.