7
De heer Honig deelt me de hierover ook te hebben ge-
sproken met den heer P. Kuiper Jr.Directeur van ge-
noemde Maatschappij, waarop deze antwoordde, dat die
aanleg aldus was geschied in verband met het plan, goed-
gekeurd bij de met de gem eente Haarlem gesloten over-
eenkomst.
De Voorzitter bevestigt deze verklaring van den heer Kui-
De heer Van Meeuwen vraagt in verband met de stich-
ting der gasfabriek inlichtingen omtrent de in het ontwerp-
besluit voorkomende bepaling betreffende de verlichting,
waarop de Voorzitter mededeeit, dat volgens de bestaande
overeenkomst aan de Maatschappij „Bo5ch en Vaarf' eene
subsidie wordt verleend van f 14— per lantaarn, doch al-
leen van die lantaarns, waarvan de plaatsing îs goedge-
keurd door Burgemeester en Wethouders, ook is er vol-
gens den Voorzitter geen bezwaar om voorloopig deze be-
paling te handhaven.
De heer Dr. Droog vraagt, of de heeren, aan wie het
maken van een uitbreidingsplan is opgedragen, met den
aanleg der bedoelde straten zijn in kenn;s gesteld, waarop
de Voorzitter antwoordt, dat deze reeds dit stratenplan
hebben gezien en dat hun bovendien alle andere bestaande
stratenplannen zijn medegedeeld.
Hierna wordt met algemeene stemmen het ontwerp-be-
sluit ongewijzigd vastgesteld.
XI De Voorzitter brengt nu aan de orde het volgende ont-
Geldleening werp-besluit:
voor de Geldleening voor de Gasfabriek.
Gasfabriek. Dc Raad enz.
De heer Honig maakt de opmerking, dat de bepahng
in het ontwerp-besluit waarbij de gemeente zich verbindt,
om desverlangd in plaats van eene schuldbekentenis voor
het onafgeloste gedeelte der leening, obligatien voor-
zien van het effectenzegel uit te geven, voor de gemeente
kostbaar zou kunnen worden, omdat het effectenzegel tel-