als bekend wordt gemaakt, op wien iemand gestemd heeft. De Voorzitter zegt, dat niet bewezen is, dat een lid van den Raad dit gedaan heeft. De heer Dr. Droog betoogt, dat geen enkel Raadslid in deze zekerheid heeft, en dat er geene beschuldiging mee wordt uitgesproken, als beweerd wordt, hoe iemand ge- stemd heeft. De heer Höcker komt neer op het geheim der stem- ming, waarop de heer Dr. Droog opmerkt, dat in zulk ge- val slechts eene veronderstelling geuit wordt, waarmede de Voorzitter het eens is. De heer Honig was eerst niet van plan over deze zaak nog te spreken, hij wijst er op, dat de heer Jansen Hen- driks in de courant eene berisping heeft gekregen en ver- dacht is gemaakt en zegt, dat de ronde doet, dat een der Raadsleden in deze achter de schermen zit. Spreker vindt het jammer, dat zoo iets gezegd wordt. In de vorige ver- gadering heeft spreker er op gewezen, dat het van belang is, dat de goede verstandhouding bewaard blijft, hij be- doelde toen een goeden raad te geven. De heer Van Meeuwen komt nogmaals neer op het af- keurenswaardige als een Raadslid, die stemopnem:r was, misbruik zou maken van hetgeen hij in die hoedanigheid door herkenning van het handschrift te weten kwam. De heer Dr. Droog is het hiermede eens, in het onder- havige geval was het slechts eene veronderstelling, de heer Honig stak over c'en heer Jansen Hendriks de loftrompet, dergelijke stemmingen zijn meestal een publiek geheim, iemands goede naam is daarmede niet gemoeid, ieder kan gerust zelf er voor uitkomen, hoe hij gestemd heeft. De heer Honig zegt, dat de heer Dr.' Droog het zelf ook niet pleizierig zou hebben gevonden, als hij op derge- lijke wijze in de courant was aangevallen. Spreker heeft niet gezegd, op wien de heer Jansen Hendriks gestemd heeft, maar dat, als deze na inzage van de stukken eene eigen afwijkende overtuiging zou gevormd hebben, hij moed zou 17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1908 | | pagina 17