dan nog zouden hier slechts 35 aansluitingen zijnopI250 M. lengte, waardoor de kosten f!65.per aansluiting zouden worden en dit nu vinden Burgemeester en Wet- houders te hoog. Het door den heer Van Meeuwen geopperde denkbeeld, dat het voor de rioleering juist nu het meest gunstige moment is, omdat de gemeente zich met Amsterdam zou kunnen verstaan, was ook bij Burgemeester en Wethouders gerezen, de Voorzitter hceft zich daarom gewend tot den Ingenieur van den Rijkswaterstaat om inlichtingen, waarop deze mededeelde, dat met de vernieuwing der bestrating reeds dadelijk een aanvang zou moeten gemaakt worden. Hierdoor kan niet op de rioleering gewacht worden. Verder besprak de Voorzitter met den Ingenieur van den Waterstaat, of het Rijk geen belang zag in het leggen van het riool, waarop deze antwoordde, dat het Rijk daarin geen belang zag en tevreden was met de bestaar.de af- watering. mocht hier of daar verbetering daarvan noodig blijken, dan kan het Rijk dit voor veel geringër kosten in orde maken, zoodat in deze niet op steun van het Rijk mag gerekend worden. De heer Van Meeuwen is overtuigd, dat Amsterdam nog wel wat zou willen wachten met de vernieuwing der be- strating, verder betoogt hij, dat het niet zijne bedoeling is verkwistend te zijn, omdat er geld van de rioleering over is en dat hij met de rioleering geen persoonlijk maar het al- gemeen belang op het oog heeft, voor zich zelf toch heeft hij geen hinder. De Voorzitter antwoordt hierop, dat de Ingenieur van den Waterstaat uitdrukkelijk heeft gezegd, dat onmiddellijk met de vernieuwing der bestrating moest worden begon- nen en dat niemand heeft gezegd, dat de heer Van Meeu- wen voor zijn eigenbelang opkwam, waarop deze betoogt, dat dit volge.:s het door den heer Van den Berg gespro- kene zou kunnen gedacht worden en hierom wilde hij er op drukken, dat dit niet het geval is. De heer Honig zegt, dat Burgemeester en Wethouders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1908 | | pagina 6