zelf de verlichting des morgens niet noodig oordeelt, waarop
deze antwoordde, dat het voorstel van Burgemeester en
Wethouders is, om de zaak voorloopig maar eens aan
te zien.
Verlichting De heer Van Meeuwen zou er voor zijn, om, als de
vandenHee- gaslantaarns eenmaal branden, van de petroleumlantarens,
renweg van ^je er Qver een paar p]aafSen van de Van Merlen-
l&nlaan Zuld 'aan aan 'nrhhek der buitenplaats van den heer
waarts. Van Merlen, aldaar wonen vele huisgezinnen en het is een
donker eind weg, als de menschen boodschappen doen
naar het dorp, loopen zij den Van Merlenweg, het zou
yoor hen een groot gerief zijn.
DeVoorzitter antwoordt.dat niet met een tweetal lantarens
zou kunnen worden volstaan en zegt verder, dat het donkerste
gedeelte van den Heerenweg niet is het door den heer
Van Meeuwen bedoelde eind, maar dat van den Kadijk tot
Bennebroek, terwijl juist daar de personen wonen, die het
meeste in de belastingen bijdragen.
Spreker is overtuigd, dat op den duur de geheele Heeren-
weg van de Van Merlenlaan tot Bennebroek zal moeten
verlicht worden en zou daarom, als er nu begonnen werd,
er voor zijn, om het ook door te zetten.
Nadat de Voorzitter nog heeft toegezegd deze zaak nader
te zullen overwegen, sluit hij de vergadering.
D(> Voorzitter.
De Secretaris,