VI
Verordening
benoeming
personeel
Qasfabriek
en
Waterlei-
ding.
van Houten. Op den heer Honig waren twee stemmen en op
elk der heeren Van den Berg, Van der Eijken, Höcker en
Jansen Hendriks was eene stem uitgebracht.
OP de vraag van den Voorzitter verklaren de gekozenen
ben°eming te willen aannemen, waarop de Voorzitter
hen dankt- dat zij weder bereid zijn bevonden die veel-
omvattende taak op zich te nemen.
De Voorzitter brengt nu ter tafel het volgende ontwerp-
besluitF
Verordening op de benoeming en indienststelling van
Personeel bij de Gemeente-Gasfabriek en Waterleiding.
Art. 1.
Het personeel enz.
De heer Van den Berg zou er voor zijn uit art. 1 de
categorie „Voorloopig aangestelde werklieden" te laten
vervallen. Spreker geiooft, dat gemakkelijker eene keus kan
worden gedaan uit losse werklieden, als toch een voor-
loopig aangesteld werkman niet voldoet, wordt het eene
bezwaarlijke zaak, om hem te ont-slaan, want dan wordt
van hem gezegd, dat ze hem niet konden gebruiken aan
de gasfabriek.
De Voorzitter zegt, dat het in de bedoeling ligt, dat bij
eerste aanstelling deze altijd voorloopig zal zijn, misschien
voor drie maanden, misschien voor langer, spreker acht
moeiebjk de exploitatie eener gasfabriek te beginnen
met mets dan losse werklieden, als de anderen het werk
niet af kunnen, dan worden losse werklieden genomen,
voortoopige aanstelling geschiedt als het ware op proef'
als de werklieden goed bevallen, worden ze later vast
aangesteld, bij de benoeming van personeel zal goed uit
de °°Sen worden gezien, waar de heer Van den Berg
meent, dat het onaangenaam is voor voorloopig aange-
stelde werklieden, als ze later ontslagen worden, zegt
spreker, dat het precies hetzelfde is, wanneer alle werk-
heden als los worden aangesteld en men ze dan naderhand
laat loopen.