raamd op /235.en die van een enkel urinoir op
fllb dat Burgemeester en Wethouders een dubbel
urinoir niet noodzakelijk vinden, maar wel gewenscht ach-
ten een enkel urinoir; zij zijn van oordeel, dat het beter
is een solied dan een onooglijk urinoir te plaatsen, zoo-
dat zij voorstellen hen te machtigen, om daar volgens het
voorstel van den gemeente-opzichter een solied urinoir te
plaatsen.
De heer Van den Berg zegt, dat, hoezeer het waar is,
dat door urinoirs de kieschheid en de zedigheid wordt be-
vorderd, het tegendeel ook bewaarheid kan worden, spre-
ker betoogt hierom dat absoluut moet gezorgd worden, dat
de urinoirs geen schrijfvlak aanbieden, in zulke inrichtingen
toch wordt yaak een onschuldig oog gekwetst.
Verder zegt de heer Van den Berg, dat hij van den op-
zichter een mjnder kostbaar plan had verwacht, en wel
omdat het niet bekend is, of de bewoners der in de nabij-
heid gelegen perceelen met de plaatsing van het urinoir
zullen ingenomen zijn en de plaatsing dus slechts geschiedt
bij wijze van proef, hij zou zijn voor het systeem ,,Sterk-
man" met eenvoudige ommanteling en een ijzeren trechter
naar de vaart.
De Voorziner zegt, dat de heer Van den Berg zijn ad-
vies onthoudt, hoe de ommanteling van het urinoir zal
moeten zijn, als er niet op geschreven moet kunnen wor-
den.
De heer Van den Berg antwoordt hierop, dat deze zou
kunnen zijn van gegolfd plaatijzer en wijst verder er nog-
maals op, dat het urinoir eenvoudiger behoorde te zijn,
omdat het alleen als proef geplaatst wordt.
De Voorzitter is er van overtuigd, dat de personen, die
in de nabijheid wonen, de plaatsing van het urinoir on-
aangenaam zullen vinden, doch is van meening, dat eene
betere plaats daar niet te vinden is en dat de Raad zich
te voren van de te verwachten klachten rekenschap moet
geven.
Spreker gevoelt niet voor het nemen van eene proef,