maar wenscht een goed urinoir, als het urinoir niet goed schoongemaakt kan worden, wordt het een onreine toe- stand en dan zou de zuinigheid de wijsheid hebben fce- drogen. De heer Dr. Droog krijgt op zijne vraag ten antwoord dat het voorgestelde urinoir naderhand voor waterteiding kan worden ingericht. Daarna zegt de heer Dr. Droog, dat de omwonenden het nu onaangenaam vinden, dat daar geen urinoir îs, en dat hij het een aardig ideé vindt om de ommanteling te ne- men van gegolfd plaatijzer. De heer Van der Weiden verkiaart zich er voor, om ineens een goed urinoir te maken en de heer Van der Eijken beveelt aan, om het urinoir zoo dicht mogeiijk bij een lantaarn te plaatsen, om te voorkomen, dat het door andere boodschappen verontreinigd wordt, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de afstand van de Iantaarn slechts ongeveer 20 Meter zai bedragen. De heerfiöckervraagt, of het urinoir niet beter geplaatst zou kunnen worden aan den Binnenweg nabij den muur naast het pakhuis van dtn heer Adriaanse, ook de heer Van der Eijken gevoelt hiervoor, doch de Voorzitter verklaart zich er tegen, omdat het daar te veel in 't gezicht zou staan, waar het nu komt te staan staat het voldoende in 't gezicht, doch niet zoo dicht op den weg als bij het pak- huis van den heer Adriaanse, waar de stoomtram stopt en het publiek op en neer wandelt. De heer Van der Eijken gevoelt wel voor eene omman- teling van gegolfd plaatijzer, doch niet voor een goed- koop urinoir, de heer Van Meeuwen is het hiermede eens en zegt, dat het duurdere urinoir evenzeer kan verplaatst worden. De heer Van den Berg zegt, dat als het urinoir wordt gemaakt volgens het bestek van den opzichter, het niet gemakkelijk te verplaatsen zal zijn, hij beveelt nogmaals aan zijn voorstel van een eenvoudig urinoir en antwoordt op eene vraag van den heer Dr. Droog, dat ook het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 11