—18—
Ondiepten
in de
Glipper-
vaart.
Straatver-
lichting in
de morgen
uren.
voorkeur zal worden gegeven, hij wijst hierop ook voor
eventueele latere werkzaamheden aan de gasfabriek.
Als de Voorzitter aan den heer Jansen Hendriks daarop
vraagt, of hij de reden wenscht te vernemen, antwoordt
deze bevestigend.
De Voorzitter zegt daarop, dat Burgemeester en Wet-
houders het antwoord op die vraag kunnen ujtstellen en
daar in deze zaak eene Commissie van advies heeft ge-
diend, vindt hij het beter van dat uitstel gebruik te ma-
ken, zoodat op de vraag in de volgende vergadering zal
geantwoord worden.
De heer Jansen Hendriks wijst daarna er op, dat achter
de huizen aan de Prinsenlaan de Glippervaart zachtjes aan
wordt dicht gemaakt en vraagt daarom, of die perceclen
niet kunnen verplicht worden tot aansluiting aan de riolee-
ring, bij de weldra te verwachten drukte van het mestver-
voer is verbetering van de vaart daar gewenscht.
De Voorzitter belooft deze zaak te zullen laten onderzoe-
ken.
De heer Jansen Hendriks herinnert dan er aan, dat hij
in de vorige vergadering de wenschelijkheid heeft betoogd,
dat de lantaarns des morgens van 5 tot 7 uur zouden
branden, waarbij de Voorzitter toen op het bezwaar wees,
dat de lantaarnopstekers dan tweemaal per dag de lan-
taarns moesten aansteken en blusschen.
Spreker wenscht op deze zaak nog eens terug tekomen,
hij leest eene lijst van wegen voor van het Wilhelmina-
plein tot den Koediefstol, waar de lantaarns om den an-
dere zouden behooren te worden opgestoken, de kosten
raamt hij op slechts /100.—. en hij acht de verlichting
van genoemde wegen in den morgen noodzakelijk.
De Voorzitter zegt, dat hij het genoemde cijfer niet kan
controleeren, hij wil den heer Jansen Hendriks in overwe-
ging geven, om zulke voorstellen te voren schriftelijk in
te dienen, in dat geval kan een onderzoek worden inge-
steld en de zaak als een punt op de agenda gebracht wor-
den.