10.
VI
Mededeelin-
gen:
Gunnen van
werkzaam-
heden aan
aannemers
buiten de
gemeente.
Rapport
gezond-
heidstoe
stand door
Dr. Droog.
Rapport
gezond-
heidstoe-
stand door
Dr. Colen-
brander.
waarna het ontwerp-besluit met algemeene stemmen onge-
wijzigd wordt vastgesteld.
De Voorzitter zegt dan. dat nu aan de orde zou zijn
gekomen het rapport van Burgemeester en Wethouders be-
treffende de vraag van den heer Jansen Hendriks, waarom
bij het bestellen van wagens voor den reinigingsdienst de
Heemsteedsche wagenmakers waren voorbiigegaan.
Daar genoemde heer echter niet tegenwoordig is acht
hij het beter als blijk van beleefdheid deze zaak aan te
houden, werd ze nu afgedaan, dan zou de heer Jansen
Hendriks niet in de gelegenheid zijn geweest in verband
met het rapport nog nadere vragen te stellen.
Algemeen wordt de aanhouding goedgevonden.
Hierna leest de Voorzitter voor een verslag ingekomen
5 Februari 1909 van den heer Dr. Droog, gemeente-arts
in Wijk II, betreffende den gezondheidstoestand in 1908.
Hieruit blijkt, dat in dat jaar de gemeente vooral is ge-
teisterd door de mazelen. die door de er mêe vergezeld
gaande luchtpijp- en longonstekingen tot ernstige gezond-
heidstoornissen aanleiding gaven. en dat verder nog menig-
vullig roodvonk-gevallen voorkwamen.
In het verslag wordt verder met cijfers aangetoond, dat
verbetering der woningtoestanden in deze gemeente hoogst
noodzakelijk is. waaroni het billijk wordt geoordeeld, dat
de overheid door moreelen en geldelijken steun de moge-
lijkheid zal openen ont in den woningnood te voorzien en
daardoor mede zal werken aan de lichamelijke en zedelij-
ke opbloei en ontwikkeling van het aankomende geslacht.
Spreker stelt voor dit verslag voor kennisgeving aan te
nemen onder dankbetuiging, hetgeen wordt goedgevonden.
Dan leest de Voorzitter voor een verslag, ingekomen
4 Maart 1909, van den heer Dr. Colenbrander, gemeente
arts in Wijk 1, betreffende den gezondheidstoestand in
1908, waaruit blijkt, dat in dat voorjaar kinkhoest met
betrekkelijk goedaardig verloop en van af den zomer tot
in den winter mazelen in hevige mate heerschten en ver-
scheidene kleine kinderen ten grave sleepten.