15 April 1909.
18.
en Wethouders, om den tuin van den Directeur der Gas-
fabriek te beplanten, en dat daarbij een schetsje werd ge-
toond, later was in de Raadsvergadering eene teekening
met prijsopgaaf, en daar toen de prijs bekend was, werd
het bezwaarlijk dien aanleg nog aan te besteden, een volgen-
den keer zal spreker er zeker om denken en als het eenigs-
zins van belang is zal hij er op staan, dat er eene publie-
ke inschrijving van gehouden wordt.
De heer Dr. Droog gelooft. dat van boos opzet bij de
Commissie voor de Reiniging geen sprake is geweest,
maar acht het wel wenschelijk, dat in het vervolg aan de
wagenmakers gedacht wordt.
Spreker wenscht dan de aandacht te vestigen op eene
/ti~. ;o.A.r... uitgave van het congres voor openbare gezondheidsrege-
"ng 'n vond daarin de klacht. dat zoo weinig
gemeentebesturen in die uitgave belang stellen, de uitgave is
zoo goedkoop, dat de kosten geen bezwaar opleveren. na
afloop der vergadering wil spreker ze gaarne ter inzage
geven, daarin staan allerlei wetenswaardige zaken op het
gebied van den reinigingsdienst.
De Voorzitter betreurt het, dat de Commissie dit boek
niet gekend heeft.
De heer Van den Berg zegt nog, dat hij absoluut niet
wist, wie den tuin bij de woning van den Directeur der
Gasfabriek moest aanleggen, waarop de heer Van Meeu-
wen antwoordt, dat hij meende, dat dit wel bekend was,
daar het in de raadsstukken vermeld stond, ook andere
raadsleden bevestigen dit.
XVI De Voorzitter sluit dan de bespreking over dit punt en
Urinoir dee't mede, dat het besluit tot het maken van een urinoir
bij de van gegolfd plaatijzer voor hem aanleiding is geweest om
IJzeren nader te onderzöeken, of het urinoir heelemaal niet een-
Brug. voudiger en goedkooper kon gemaakt worden, tengevolge
van dit onderzoek stelt hij voor om het urinoir eene an-
dere plaats te geven en het te plaatsen bij den afrit van