\m
15 April 1909.
27.
wijten.
De Voorzitter zegt toe op de plaatsing van woonwa-
gens langs de Van Merlenlaan te zullen laten letten.
Woestrijden p>e heer Van Meeuwen klaagt dan over het woest rij-
der dee der automobielen, wanneer deze tegen elkaar in vlie-
automobi- gen_ ]{an raen van fjet S(0f van eene automobiel de
listen. andere niet zien, onlangs zag hij zoo drie wielrijders in
den kant rollen, die anders overreden waren geworden de
automobilisten rijden met zeer gevaarlijke vaart, zij wagen
hun eigen leven en hebben niet veel respect voor het leven
van anderen, ingevolge de wijziging der motor-en rijwiel
wet hebben de gemeentebesturen thans de macht om de
snelheid te regelen, spreker wenscht, dat van die bevoegd-
heid gebruik zal worden gemaakt, daar hij overtuigd is
van de noodzakelijkheid.
De Voorzitter antwoordt, dat de gewijzigde wet toe-
staat de snelheid te regelen in de kommen der gemeenten
doch dat die regeling de goedkeuring behoeft van hooge-,
re autoriteiten, hij betwijfelt, of zij zullen goedvinden, dat
de geheele Rijksstraatweg als eene kom wordt beschouwd.
Spreker vervolgt dan, dat vooral de stofplaag vreeselijk
is, als daar een ander middel tegen gevonden werd, zOu
iedereen het met blijdschap begroeten, het geval doorden
heer Van Meeuwen genoemd acht hij strafbaar, omdat
toen gereden werd met eene snelheid waardoor de vei-
ligheid in gevaar werd gebracht, dit kan plaats hebben
op elk punt als twee automobielen elkaar passeeren en
hier was de veiligheid niet in acht genomen, als de heer
Van Meeuwen het nummer had kunnen opgeven had proces-
verbaal kunnen worden opgemaakt en zou de automobi-
list gestraft zijn geworden en vermoedelijk zelfs zwaar.
De Voorzitter zegt ten slotte toe, dat hij wil beproeven
eene verordening te ontwerpen, waarbij eene beperkte snel-
heid wordt voorgeschreven, maar deze kan niet voor den
geheelen Rijksstraatweg gelden.