3 Juni 1909 14 Vervolgens vraagt de heer Honig, oî de vergroo- ting van een gashouder door telescopeering rgroo- te kosten met zich brengt en of het niet voordee- liger zou zijn nu in eens een grooteren gashouder te nemen. Spreker weet bij ondervinding dat de din- gen altijd te klein worden aangepakt. De Voorzitter zet hierop uiteen, dat bij telesco- peering de vergrooting plaats heeft op de bestaan- de fundeering en de bestaande klok grooter gemaakt wordt. Uit het officieel verslag van de Vergadering der Gascommissie releveert spreker, dat een gashouder van 2000 M3 waarschijnlijk zou moeten getelesco- peerd worden in 1915 en in 1922 te klein zou zijn, en dat een gashouder met een inhoud van 3000 M3 vermoedelijk eerst in 1919 zou behoeven getelesco- peerd te worden. Daar de heer Geerling een gashou- der van 2000 M3 aan den kleinen kant vond, ter- wijl bij een gashouder van 3000 M3 de eerste ja- ren een vrij belangrijk verlies aan rente en aflos- sing wegens de hoogere kosten zou geleden worden, en wegens den langen duur, voordat hij getelesco- peerd zou behoeven te worden, het zou gaan lijken op een nieuwen Iap op oud laken, meende de Gas- commissie ten siotte het voorstel te moeten doen, om een gashouder van 2500 M3 te laten maken. Wat betreft de opmerking van den heer Honig, dat hij bij ondervinding heeft, dat de dingen te klein wor- den aangepakt, wenscht de Voorzitter aan te too- nen, dat dit hier niet het geval is geweest, door een tweeden gashouder wordt het bedrijf veiliger, mis- schien was het voor de veiligheid beter geweest dezen direct bij te plaatsen, eene raming geeft nooit zekerheid, de toestand is hier zoo zuiver mogelijk, spreker weet wel, dat de heer Honig geen verwijt bedoelde, maar diens woorden zouden misschien een verkeerden indruk kunnen maken, De Voorzitter brengt dan in stemming de punten 1 en 2 van het voorstel van Burgemeester en Wet- houders, weike zonder verdere bespreking worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 14