3 Juni 1909
18
Xll
Eerste
suppletoire
begrooting
1909.
Xlil
Af-en over-
schrijving
1908.
De Voorzitter brengt aan de orde de eerste supple-
toire begrooting, dienst 1909, sluitende in ontvangsten
en uitgaven op een bedrag van 1163997.7892 en ver-
zoekt de Financieele Commissie hierover rapport uit
te brengen.
De heer Honig zet namens die Commissie uiteen,
dat deze alles zooveel mogelijk heeft nagegaan en
adviseert ze goed te keuren, ze heeft de opmerking
gemaakt, dat het een verschrikkelijk zoeken is, hij
zou hierom wel wenschen, dat eene soort aparte boek-
houding werd gehouden van eike leening, waarbij dan
werd aangeteekend, hoeveel daarvan is gebruikt, spre-
ker meent, dat daardoor een duidelijker overzicht kon
worden verkregen en de saldo's gemakkelijker zou-
den kunnen vergeleken worden.
Nu toch, zegt spreker, is het eene echte zoekerij,
waarbij de heer Van Wickevoort Crommelin opmerkt,
dat men er nu wel achter, maar er niet in komt.
De Voorzitter heeft er geen bezwaar tegen om aan
den wensch van den heer Honig te voldoen, hij meent
echter te moeten opmerken, dat de Commissie om over-
tuigd te zijn van de juistheid der gegevens toch weer
aîles zou moeten nagaan.
De heer Honig zegt, dat de zaak dan toch overzichte-
'ijker en duidelijker zou worden en nadat hij nog ver-
klaard heeft, dat de Financieele Commissie op de eer-
ste suppletoire begrooting, dienst 1909, geene aanmer-
kingen heeft, wordt ze met algemeene stemmen onge-
wijzigd vastgesteld.
Dan stelt de Voorzitter aan de orde een staat van af-
en overschrijvingen, dienst 1908, tot een bedrag van
f 1533.03.
Namens de Financieele Commissie deelt de heer Ho-
nig mede, dat deze zich met de voorgestelde af-en o-
