3 Junî 1909.
21
Klacht over
terrein
reinigings-
dienst.
XVII
Rondvraag:
Afrastering
terrein
gasfabriek.
Stofplaag.
meente in het jaar 1908, hetwelk bij de Raadsleden
zal circuleeren en deelt ten slotte mede, dat is inge-
komen een ongezegeld schrijven van Mejuffrouw Jo-
hanna van Bakel en ook een van L. van Bakel, wel-
ke klachten bevatten over het terrein van den Reini-
gingsdienst.
Spreker stelt voor deze verzoeken als ongezegeld
ter zijde te leggen, hetgeen algemeen wordt goedge-
vonden.
Bij de Rondvraag wenscht de heer Van der Eijken
te vernemen, of de afrastering langs het terrein der
Gasfabriek reeds is goedgekeurd, spreker heeft opge-
merkt, dat die afrastering langs de zuidwestzijde van
het terrein niet in eene rechte lijn staat.
De Voorzitter antwoordt dat dit hem bekend is en het
komt, omdat voor de afscheiding het midden van de oude
haag is genomen en die lijn is gevolgd.
De heer Dr. Droog wijst op de stofplaag en in
verband daarmede vraagt hij, of het niet wenschelijk
zou zijn de wegen te besproeien en alzoote beginnen
daartegen iets te doen, hij vraagt, of het voornemen
bestaat een sproeiwagen aan te schaffen, de heer Smidt
van Gelder wilde indertijd daarvoor eene royale som
schenken, maar ontving niet de noodige medewerking.
Spreker vraagt, of dit niet zou kunnen tot stand ko-
men door samenwerking van particulieren en de ge-
meente en vernam gaarne, of Burgemeester en Wet-
houders plannen hebben.
De Voorzitter kan mededeelen, dat hij in de inder-
tijd door den heer Smidt Van Gelder aangewende po-
gingen zeer nabij was betrokken, daar deze zich in de
eerste plaats tot hem als Burgemeester had gewend,
spreker heeft dien heer toen bijgestaan door hem te
geven eene berekening van kosten door een deskundi-