3 Juni 1909
3
De heer Honig wenscht in de notulen op bladzijde 23
ondersten regel achter het woord „was" nog het volgen-
de antwoord te zien opgenoraen, dat hij aan den Voorzit-
ter heeft gegeven: „De heer Honig antwoordt hierop, dat
hij dan zou zeggen, dat het hem onverklaarbaar was, dat
de inzenders door zoo karig te zijn hunne belangen slecht
hadden begrepen. Dit wordt algeraeen goedgevonden.
Vervolgens klaagt de heer Honig er over, dat hij de
notulen zoo laat heeft gekregen, hoewel hij erkent, dat er
veel werk aan geweest is.
De Voorzitter antwoordt, dat de notulen vroeger werden
voorgelezen op den avond zelve der vergadering, terwijl
de heer Honig ze nu jl. Zaterdag heeft ontvangen en den
tijd heeft gehad, om ze na te gaan.
De heer Honig zegt daarmede niet tevreden te zijn,
als het zoolang duurt, kan men zich alles niet meer zoo
nauwkeurig herinneren en dit kan vooral bij principieele
dingen van belang zijn.
De heer Dr. Droog zegt, dat zooeven gebleken is, dat
de heer Honig nog goed wist, wat hij gezegd had, spre-
ker meent, als de secretaris meer belangrijk werk heeft,
dat dit dan moet voorgaan.
De Voorzitter kan de verzekering geven, dat de Secre-
taris niet heeft stilgezeten, de heer Honig antwoordt, dat
het wel eens aan den drukker heeft gelegen, waarop de
Voorzitter mededeelt, dat ditmaal de schuld niet aan den
drukker ligt.
De heer Dr. Droog acht het wenschelijk, dat op bladzij-
de 18 regel 15 achter het jaartal 1907 de titel van de
uitgave wordt opgenomen, „Vuilafvoer ten plattenlande,"
omdat dit gemakkelijk kan zijn voor degenen, die de uit-
gave zouden wenschen aan te schaffen.
De Raad vindt dit algemeen goed.