3 Juni 1909 5 aan de Kerklaan men van die bank een mooie kijkje heeft achter de bleekerijen. De heer Van den Berg heeft op zich zelf niet direct bezwaar tegen het plaatsen van banken, het komt bij hem meer aan op het punt, waar ze geplaatst worden, en nu kan Wj niet hoog wegloopen met de door Burgemeester en Wethouders gedane keus. Hij gevoelt voor het wenschelij- ke van banken voor wandelaars en zieke mensehen, doch acht het gekozen punt allerminst geschikt voor het daar passeerend publiek, omdat dit dan misschien voorstellingen zou opdoen, die het eene doorn in het oog zijn, en dege- nen, die altijd rustig op de Kerklaan hebben geloopen, zich nu zourfen ergeren. Spreker kan dus met het voorstel niet meegaan en geeft daarom in overweging de bank te plaatsen op een centraal punt, bijvoorbeeld aan het einde der Kerklaan bij den Rijksstraatweg of aan die laan tegen- °ver den Bleekersvaartweg, omdat men daar niet zoo vei- lig zit. De Voorzitter antwoordt, dat hij vermoedt te begrijpen, dat de heer Van den Berg bedoelt dat personen van twee- ërlei geslacht soms in minder gewenschte houding bij a- vond op eene bank zitten. Burgemeester en Wethouders willen de bank daarom vlak bij een lantaarn plaatsen, de bedoelde personen zoeken gewoonlijk liever het duister en voortaan heeft in den zomer ook des avonds verlichting plaats. Spreker verdedigt nog nader het aangewezen punt, om- dat men daar een aardig uitkijkje heeft, terwijl hij meent dat het minder aangenaam is te zitten bij de Bleekersvaart, zooals de heer Van den Berg voorstelt. Deze meent den Voorzitter te moeten herinneren aan diens uitdrukking, dat, als een bank bij een lantaarn staat, men dan de kans loopt, dat de lantaarn wordt uitgetrokken, waarop echter de heer Van Wickevoort Crommelin het va- derschap van die uitdrukking op zich neemt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 5