modellen, vastgesteld door den Minister van Waterstaat, krachtens art. 8, eerste lid, onder 2o., en tweede lid, der Motor- en Rijwielwet. De waarschuwingsborden zullen worden geplaatst op de grenzen der in art. 2 genoemde bebouwde kommen. Van elke ingevolge de artt. 6, 7, en 10, verleende ont- heffing wordt door Burgemeester en Wethouders een schrif- telijk bewijs uitgereikt, dat bij het berijden van den weg of van het voetpad op verlangen moet worden vertoond aan de ambtenaren van Rijks-en Gemeentepolitie. Bij niet-vertoonen van het in het vorig lid bedoelde sehriftelijk bewijs van ontheffing wordt men geacht zon- der de vereischte ontheffing met motorrijtuig of rijwiel op den weg of het voetpad te hebben gereden. Overtreding van een der artikelen 6, 7, 8, 9, 10, en 11 dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Deze verordening kan worden aangehaald onder den titel: „Motor-en Rijwielverordening". Deze verordening treedt in werking op Op dien datum vervalt de „Motor-en Rijwielverordening 1908". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad der Gemeente Heernstede van den Art. 13. Art. 14. Art. 15. Art. 16. 1909. 1909. De Secretaris,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 4