15 Juli 1909
2
DeVoorzitter schorstdan de Vergadering, waarop de Com-
missie zich voor het onderzoek begeeft naar een aangren
zend lokaai, uit haar midden tot rapporteur benoemt den
heer Dr. E. A. M. Droog en onverwijld met het onder-
zoek begint. Na afloop van het onderzoek keert de Com-
missie in de Raadzaal terug. De Voorzitter heft dan de
schorsing op en verzoekt de heeren Honig, van Houten
en Van der Eijken zich even uit de Raadzaal te verwij-
deren, waaraan door deze heercn wordt voldaan.
De Rapporteur der Commissie van onderzoek, de heer
Dr. E. A. M. Droog, deelt hierna mede, dat de Commissie
de geloofsbrieven nauwkeurig heeft onderzocht en volko-
men in orde heeft bevonden, zoodat zij voorstelt als Raads-
leden toe te laten de heeren J, C. van der Eijken, A.
Honig, J H. M. van Houten en J. Preijde Gz.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten.
De heeren Van Houten, Honig en Van der Eijken kee-
ren hierna in de Raadzaal terug.
De Voorzitter deelt hun mede, dat alle geloofsbrieven
in orde zijn bevonden, wenscht hun geluk met het
hernieuwd bewijs van vertrouwen en zegt, dat hij in Sep-
tember hierop nader hoopt terug te komen.
11 De gedrukte notulen van de vorige vergadering komen
Notulen. nu in behandeling, waarbij de heer Van den Berg op
bladzijde 6 in de derde alinea de zinsnede: „De heer Van
den Berg ziet hierom van het woord af" wenscht te zien
vervallen, daar hij uitsluitend niet meer sprak, omdat zijne
argumenten betreffende de daar behandelde zaak waren
uitgeput.
De Voorzitter en ook de Raad heeft hiertegen geen be-
zwaar, waarop dit algemeen wordt goedgevonden en ver-
der de notulen voor het overige ongewijzigd worden vast-
gesteld.