15 Juli 1909
8
namen; in art. 9 is nu eene maximum snelheid op-
gegeven voor het berijden van de wegen binnen de
bebouwde kommen der gemeente, hierbij leest spe-
ker voor eene van het Bestuur der Nederlandsche
Automobiel Club ontvangen circulaire, waarin wordt
medegedeeld de uitkomst van de snelheids- en ren-
proeven, gehouden 29 September 1908 op den strand-
boulevard te Scheveningen, en waarbij gebleken is, dat
bij gelijke snelheden eene automobiel veel gauwer
stilstaat dan andere voertuigen. Nog, vervolgt de Voor-
zitter, is nieuw artikel 10, waarbij verboden is met een
motorrijtuig of rijwiel te rijden op voetpaden niet tot
wegen behoorende, terwijl art. 11 eerste Iid thans het
verbod inhoudt, om met die voertuigen te rijden op
de voetpaden en bermen of zijkanten tot wegen be-
hoorende. Ten slotte is in art. 12, tweede lid, in ver-
band met het vaststellen eener maximum snelheid
thans bepaald, dat de daarvoor noodige waarschuwings-
borden zullen worden geplaatst op de grenzen der
drie bebouwde kommen: de Hout, het Dorp en de
Glip, waarvan spreker nader de grenzen aangeeft.
De heer Van den Berg zegt, dat volgens art. 3 mo-
torrijtuigen op twee wielen wel op de wegen in den
Hout mogen rijden, spreker betreurt dit, omdat hij
vindt, dat die nog meer schrik verspreiden dan ande-
re.
De Voorzitter zet uiteen, dat indertijd door Haar-
lem is gevraagd het gesloten verklaren van de in de
verordening vermelde wegen in den Hout voor mo-
torrijtuigen op meer dan twee wielen, waarom bij de
vorige verordening in dien geest is besloten, er zijn