19 Augustus 1909.
—13—
de vacature wordt voorzien, spreker betoogt, dat de-
ze zaken niet met elkaar in verband staan.
De heer Dr. Droog stelt zich op een ander stand-
punt dan de heer Van Meeuwen, het is hem on-
verschillig, of het aantal leerlingen afneemt, zijn stand-
punt is alleen, dat het onderwijs goed moet zijn, spre-
ker is voor volledige vrijheid, op de bijzondere scho-
len wordt niet alleen een hooger schoolgeld geheven,
maar bovendien moeten degenen die daar hunne kin-
deren laten school gaan, nog mee helpen betalen
voor het openbaar onderwijs, dat aan het Rijk onge-
veer f 35 per kind kost tegen het bijzonder onderwijs
ongeveer f 14 per kind, hij is alleen er voor, dat, zoo-
lang er openbaar onderwijs moet wezen, het dan goed
moet zijn, mocht het verdwijnen, dan zou het spreker
ook goed zijn.
De heer Honig zegt, dat dithet juiste standpunt is en
ook de hee^ Van Meeuwen verklaart nader dat hij
hierin kan meegaan.
De heer Van Wickevoort Crommelin merkt op, dat
over de zaak zoo wordt geredeneerd, alsof er nooit
meer een onderwijzer of onderwijzeres zou weggaan,
terwijl er geregeld nu en dan een bedankt, spreker
meent, dat dit uit het oog is verloren en wijst er op,
dat bij eene volgende vacature, opnieuw kan beraad-
slaagd worden, of daarin niet zal worden voorzien.
De Voorzitter gaat na, dat sedert het voorjaar van
1907 twee onderwijzers en eene onderwijzeres ontslag
hebben gevraagd, waarbij echter de heer Van Hou-
ten opmerkt, dat het v66r dien tijd nog al eene poos
heeft geduurd, dat er geene vacature kwam.