19 Augustus 1909.
—17—
bouwing van het plein in de toekomst beoogd wordt,
voornamelijk is zij van meening, dat de straat ont-
worpen evenwijdig aan de Bleekersvaart 12Meter breed
behoort te zijn.
De Voorzitter zet hierbij als zijne meening uiteen,
dat de Woningvereeniging niet de bedoeling heeft
het plein te bebouwen en dat de Gezondheidscommissie
te veeleischend is, aan die zijstraat evenwijdig met
de Bleekersvaart komen huizen, die aan de voorgevels
tot aan de dakgoot nog geen 4 Meter hoog zullen
worden, terwijl dan verder het dak naar achte^floopt, ftf/j
bij huizen van die hoogte, lijkt spreker eene straat
ter breedte van 12 Meter niet noodig en dit is vooral ot*
wat deze straat betreft het biizondere geval. Spreker
vervolgt dan dat verder in het algemeen als bijzonder
geval kan gelden dat alles goed en flink is opgevat,*^
door nog hoogere eischen te stellen gaat de huurprijs
der woningen de hoogte in, als de werkman het niet
kan betalen, heeft hij er niets aan, dat er mooie
woningen komen. Burgemeester en Wethouders mee-
nen hierom, dat de Raad niet op het advies van de
Gezondheidscommissie moet ingaan.
De Raad is het algemeen met Burgemeester en
Wethouders eens, dat een bijzonder geval bestaat
als bedoeld bij art. 11 der Bouw- en Woningverorde-
ning voor de drie gedeelten straat, welke zijn ontwor-
pen ter breedte van elf Meter.
Ten derde wordt in dien brief de wensch uitgespro-
ken, dat aan voorwaarde 7 zal worden toegevoegd
dat de Gezondheidscommissie zal worden gehoord,
alvorens het plein bebouwd wordt.
De Voorzitter merkt hieromtrent op, dat als de Ver-