19 Augustus 1909.
—19—
voorgesteld eene nieuwe voorwaarde 13 op te nemen
luidende als volgt
De woningen mogen niet worden bewoond alvorens
a. de daaraan grenzende straat met bijbehoorende
rioleering en verlichting is aangelegd, b. door de
Woningvereeniging is verklaard, dat het desbetreffend
gedeelte straat is „openbare weg".
De Voorzitter deelt in verband met het eerste punt
mede, dat de bouw- en woningverordening in art. 9
deze zaak regelt, zoodat door het opnemen der door
de Gezondheidscommissie gewenschte bepaling in het
Raadsbesluit in strijd met die verordëning zou worden
gehandeld. Echter kan spreker hieraan toevoegen, dat
deze zaak wel eens meer is voorgekomen en dan in
de Bouwvergunning van Burgemeester en Wethouders
eene bepaling wordt opgenomen, dat de huizen niet
bewoond mogen worden, voordat de straat klaar is.
Wat het tweede punt betreft, deze aanvulling acht
spreker onnoodig wegens de overdracht der straten
aan de gemeente. De Raad is het hiermede algemeen
eens.
De heer Van der Weiden vraagt nog inlichtingon,
waarover de Gezondheidscommissie nader wenscht
gehoord te worden, waarop de Voorzitter antwoordt,
datdit alleen behoeft te geschieden, als het plein zou
bebouwd worden, het zou mogelijk zijn, dit te bebou-
wen, doch het ligt niet in het plan.
De heer Van Wickevoort Crommelin bespreekt de
overname der wegen en zegt, dat er wel op gelet
mag worden, dat ze in behoorlijken toestand zijn bij
de oplevering, op Bosch en Vaart was die toestand
schandelijk.