19 Augustus 1909.
5.
Spreker gelooft, dat hij aan de door den school-
opziener en het hoofd der school aangevoerde argu-
menten eigenlijk niet veel behoeft toe te voegen, ais
in de vacature wordt voorzien, dan krijgt de gemeen-
te voor die ieerkracht van het Rijk eene subsidie van
f 260, zoodat de geheele zaak ongeveer f 400 per jaar
aan de gemeente zou kosten, hij wijst op dit vrij lage
bedrag en vervolgt dan. dat de openbare school ei-
genlijk de gemeenteschool is, zoodat in dit opzicht
de leden van den Raad verplicht zijn daarvoor pal te
staan. Verder zet de Voorzitter uiteen, dat er nu reeds
twee leerjaren in een lokaal zitten, wordt niet voor-
zien in de vacature, dan wordt de toestand nog veel
ongunstiger, zelfs slecht, omdat het dan vier jaar lang
duurt, dat twée klassen onder eene leerkracht komen
te staan. Spreker verklaart zich dan ook zeer voor
vervulling der vacature en hoopt van harte, dat hij bij-
val zal verwerven, hij wil hier bijvoegen, dat in het
college van Burgemeester en Wethouders over deze
zaak geen heftige strijd is gevoerd en de leden el-
kander er niet kwaad om hebben aangekeken, al is men
voor de bijzondere school, dan behoort aan den an-
deren kant er toch voor gezorgd te worden, dat het
onderwijs aan de openbare school ook niet slecht is;
waar de behoefte blijkt aan openbaar onderwijs, daar
is het plicht te zorgen, dat dit zoo goed mogelijk is,
dit is het standpunt, waarop spreker zich plaatst.
De heer Van der Weiden,. oudste Wethouder, zegt,
dat het er niet om te doen is, om het onderwijs aan
de openbare school minder goed te doen zijn, met
het thans aanwezige personeel kan volgens de wet
worden volstaan, spreker kan niet meegaan met het