Tol aan den Binnenweg.
26 October 1909.
De Verordening op de heffing van tolgelden blijft
slechts tot Ulto. December 1909 van kracht.
Wanneer dus met de heffing van tolgelden zal moe-
ten worden doorgegaan, dan zal die verordening op-
nieuw moeten worden vastgesteld en aan de Konink-
lijke goedkeuring onderworpen.
Bij ons is echter de vraag gerezen, of het wel wen-
schelijk is den tol te behouden, en wij zijn eenstem-
mig van oordeel, dat de tijd is gekomen om den tol
op te heffen.
Het blijft toch altijd eenigszins onbillijk, dat op
dezen weg tol wordt geheven en op andere wegen
in de Gemeente niet, zoodat een deel der ingezetenen
dat dezen weg moet passeeren, voor die passage te
betalen heeft, terwijl anderen op de overige wegen
geen tol behoeven te betalen.
Ook blijft een tol in 't midden der gemeente eene
belemmering voor het vrije verkeer.
Nu bovendien de gezondheidstoestand van de tol-
gaardster tot ons leedwezen nog niet de gewenschte
gunstige wending heeft genomen en zij dus vermoe-
delijk niet lang m'eer in functie za! kunnen blijven,
meenen wij des te eer, dat thans beslist zal moeten
worden, of de tol zal blijven bestaan of za! worden
opgeheven.
Opheffing zou op de begrooting van 1910 eene
vermindering van:
volgnummer 15 Inkomsten, geven van. f 1400.
en eene vermindering van
volgnummer 58, Uitgaven, van350.
nadeelig verschil f 1050.