26 October 1909.
2
ders, wordende de op of in gemeentegrond aan te brengen
materialen zonder eenige vergoeding eigendom der ge-
meente
2. de kruinshoogte der straat zal ten minSte 0.50 M.
boven A. P. moeten zijn en do toegang naar den Clooster-
weg zal met geleideliike stijging moeten aansluiten aan de
kruinshoogte vau den Cloosterweg ter piaatse, de noodige
ophooging zal moeten geschieden met materiaal ten ge-
noegen van Burgemeester en Wethouders
3. de straat zal worden aangelegd overeenkomstig de
breedte aangegeven op de ingediende teekening
4. de beharding van den rijweg met inbegrip der goten
za! geschieden door bestrating op hun kant in zuiver zand
met eerste kwaliteit straatklinkers, waalvorm, die van het
verhoogde voetpad door eene vlaklaag van grove puin,
waarover fijne puin en puinkalk ter dikte van 10 c.M.
en een laagje gus- of lekzand of fijne grint. De afschei-
ding van het verhoogde voetpad van den tuingrond zal
moeten geschieden met eene kantlaag van klinkers op hun
einde met de breede vlakken tegen elkaar
5. de rioleering za! bestaan uit een eivormig cement-
riool met eene inwendige capaciteit van 0.30 bij 0.45 Meter.
Deze rioleering zal moeten worden gelegd op een vast
aangestampt zandbed en met eene valling van ten hoogste
een millimeter per Meter lengte en wel met den bovenkant
kruin van het riool ten minste 0.50 M. beneden den boven-
kant van de bestrating, zij zal aan het bestaande gemeen-
teriool in den Cloosterweg moeten worden aangesloten en
daarop behoorlijk moeten uitloozen.
De op de teekeping aangegeven verbindingsputten voor
de rioleering zullen groot moeten zijn inwendig 0.55 bij
0.88 Meter en diep 0.68 Meter en gemaakt moeten wor-