26 October 1909.
—14—
per jaar, dat de tol opbrengt, den eersten tijd nog
noodig; bij opheffing zijn niet alleen die inkomsten
weg, doch komt er bovendien nog een nadeelige post
van f 78 per jaar behalve de onderhoudskosten van
de woning; de bloemententoonstelling in 1910 zal
goed voor den tol zijn; wie rijden wil, moet maar be-
talen.
De heer Van Wickevoort Crommelin voegt hier-
aan toe, dat de heer Honig nog vergeet te wij-
zen op de enorme slijtage, als alle vervoer over den
Binnenweg zou gaan.
De heer Van den Berg meent, dat de voorstelling
van den heer Van Meeuwen niet juist is; spreker
heeft zelf ook paard en wagen, maar rijdt nooit den
Binnenweg; hij meent dat het tolgeld, dat coor Heem-
sieders betaald wordt, miniem is.
De Voorzitter beantwoordt de verschiliende spre-
kers te beginnen met den heer Van den Berg. Hij
zegt, dat met den tol aan de Zandvoortsche laan het
een geheel ander geval is, omdat die weg is aange-
legd en wordt onderhouden door eene Commissie,
die daarvoor tol mag heffen; hier is het echter een ge-
meentetol, de gemeente moet al hare wegen onder-
houden, deze tol is alleen opgericht voor den weg
van de Protestantsche kerk naar Haarlem en op an-
dere wegen zijn geen tollen gemaakt; de afschaffing
van den tol op den Rijksstraatweg was een fortuin-
tje voor een deel der ingezetenen, anderen kunnen
echter den tol bijna niet misloopen ook om tijdverlies
te voorkomen, bij de opheffing zou men derhalve ook
aan andere ingezetenen dit fortuintje geven en ieder
op zijne beurt zou er voordeel van hebben; spreker