26 October 1909.
—17—
De heer Van Wickevoort Crommelin is er even-
eens tegen, omdat de contrôie uiterst moeieliik zal
zijn.
De heerVan Houten meent, dat dit gerust aan Mej.
Betje Timmer kan worden overgelaten.
Ook de Voorzitter verklaart zich tegen het amen-
dement, omdat het abonnement toch al zoo laag is
en erbovendien veel last uit zal voortvloeien; de heer
Honig sluit zich hierbij aan, doch de heer Van der
Weiden betoogt, dat de tolgaardster weet, wie gea-
bonneerd is en maar in het rijtuig moet kijken.
De heer Van der Eijken zegt, het amendement te
hebben ondersteund, doch na het gesprokene van
meening veranderd te zijn en dien steun in te trek-
ken, waarop de Voorzitter betoogt, dat het ondersteu-
nen van een amendement nog niet volstrekt inhoudt
dat men het daarmede eens is, maar ook kan bedoe-
len, om het in behandeling te laten komen, verschil-
lende Raadsleden zijn het hiermede eens.
Het amendement van den heer Van der Weiden
wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen
met 6 stemmen. Tegen verklaarden zich de heeren Höc-
ker, Van den Berg, Van der Eijken, Honig en Van
Wickevoort Crommelin.
De Voorzitter stelt vervolgens voor om de veror-
dening op de heffing van tolgelden gewijzigd vol-
gens het amendement van den heer Van der Weiden
opnieuw vast te stellen, waarop hiertoe wordt over-
gegaan bij het volgende besluit:
De Raad der Gemeente Heemstede:
Overwegende, dat de verordening op de heffing van
tolgelden in de gemeente Heemstede, bij Koninklijk-