26 October 1909.
—2—
dieping van de Glippervaart van de Glipperbrug tot
het Manpad. Het ligt in de bedoeling, dat dit gedeel-
te lang 625 Meter zal worden gebracht op eene diep-
te van 1.80A.P. met eene bodembreedte van 2 Meter.
Het is echter bovendien wenschelijk gebleken om
het gedeelte Glippervaart van de Ringvaart van den
Haarlemraermeerpolder tot aan de Glipperbrug te ver-
diepen en te brengen op eene diepte van 2.25 Meter
A.P. met eene bodembreedte van 4 Meter.
Bij de vorige verdieping is dit gedeelte der Glip-
pervaart gebracht op eene bodembreedte van 5 Me-
ter doch de deskundige, de heer J. de Baat Pz., meent
dat wegens de vrij geringe breedte der Glippervaart
deze bezwaarlijk op eene bodembreedte van vijf Me-
ter kan worden behouden, omdat de taludshellingen
dan te steil worden.
Daar bij de begrooting voor 1909 op de verdieping
van dit gedeelte der Glippervaart niet is gerekend,
wordt thans voorgesteld Burgemeester en Wethouders
te machtigen, om de verdieping van de Glippervaart
over de geheele lengte in het openbaar aan te besteden.
De heer Van den Berg betwijfelt, of het wel noo-
dig is het gedeeite Glippervaart van de Ringvaart tot
de Glipperbrug te laten opknappen, het trok zijne
aandacht, toen hij dezen zomer bij de Glipperbrug
een buitengewon groot schip zag liggenhet lag
d aar eigenlijk ook niet op zijn plaats want het belem-
merde de doorvaart; spreker zegt, dat het was om
jaloersch op te worden en dat bijvoorbeeld de hee-
ren bleekers aan de Bleekersvaart ook wel zoo'n
transportschip voor steiger zouden wenschen te zien.
Verder wijst hij er op, dat op dit gedeelte der