30 December 1909. 3 Art. 6. Zij zijn gehouden de hun opgedragen werkzaam- heden met ijver en nauwgezetheid te volbrengen en daarbij stipteiijk de gegeven bevelen op te voigen. Art. 7. Zij zijn belasl met het onderhoud en zoo noodig vernieuwing der straten, wegen, goten, riolen, putten, kolken, voetpaden, bermen, wegslooten, beschoeiingen, losplaatsen, vaarten, bruggen en plantsoenen der ge- meente, het bestrooien der brugdekken met zand bij gladheid en het openhakken en openhouden van bijten bij vriezend weder, alles volgens opdracht en aan- wijzing van den gemeente-opzichter. Art. 8. Voor de gereedschappen, die hun vanwege de ge- meente worden verstrekt, moeten zij behoorlijk zorg dragen, zij mogen die uitsluitend in dienst der ge- meente gebruiken en die nimmer ter- ken gevenr Art. 9. Zij zijn verplicht telkens, wanneer Burgemeester en Wethouders, de gemeente-architect of de gemeente- opzichter dit vorderen, voor hen te verschijnen en alle mondelinge en schriftelijke inlichtingen aangaande de zaken, die hun werkkring betreffen, te geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 5