30 December 1909.
16
De Voorzitter vermoedt, dat deze door de eigenaars
der aangrenzende gronden daar geplaatst zullen zijn
als een soort afpaiing van hun terrein, ook bij Vre-
denhof staan van die palen, spreker heeft zelf ook
gezien, dat een wielrijder er tegen aanreed.
De heer Dr. Droog vraagt, of de Voorzitter niet
zou willen informeeren aan de eigenaars, of dezen
bereid zijn ze weg te nemen; als de Voorzitter dit
toezegt, wijst de heer Van Wickevoort Crommelin er
op dat juist de palen, die bij Eindenhout staan het
meest gevaarlijk zijn, waarop de Voorzitter ook om-
trent deze een onderzoek toezegt.
Benoeming Hierna wenscht de heer Dr. Droog het oordeel van
plaatsver- den Raad te vernemen, of het niet goed zou zijn
vangend lid een plaatsvervangend lid te benoemen voor de Com-
in de Com- missie voor de Electrische Tramverbinding door de
missie voor Bloembollenstreek; spreker acht dit wel van belang,
de Electri- bij verhindering van een der leden zouden thans min-
sche Tram- der sfemmen kunnen worden uitgebracht in de verga-
verbinding. dering.
De Voorzitter zet uiteen, dat gevraagd was twee
leden voor de Commissie te benoemen, doch dat hij
meent, dat geen bezwaar bestaat tegen de benoeming
van plaatsvervangers.
De heer Dr. Droog stelt dan voor om voor de
twee leden slechts een plaatsvervanger te benoemen.
Dit voorste! wordt voldoende ondersteund.
De heer Van Houten zou het beter vinden om voor
elk der leden een plaatsvervanger en er derhalve twee
te benoemen, doch dit voorstel werd, toen de heer
Dr. Droog zijn voorstel handhaafde, niet ondersteund,
waarna algemeen werd goedgevonden om voor de