30 December 1909.
22
College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijn-
land is een hoogstaand College van bekwame men-
schen en dit College kan zioh hier niet verdedigen.
Spreker zegt niet, dat hij den heer Van den Berg
niet gelooft, maar officieel weet hij van de zaak niet,
alleen van lezen en hooren zeggen, ook weet hij niet
wat de reden geweest is; genoemd College staat wel
wat hoog om het aan te vallen, als men iets niet offici-
eel weet.
De heer Van den Berg heeft een en ander van ge-
loofwaardige zijde en gelooft ook niet, dat de Voor-
zitter der Algemeene Vereeniging voor Bloembollen-
cultuur over ijs van een nacht zal gaan.
De heer Van Meeuwen deelt mede, dat die Voor-
zitter het heeft gedaan in den vorm van een verzoek;
er zijn reparaties gedaan aan de stoommachines te
Spaarndam en spreker meent, dat dit in een anderen
tijd had behooren te geschieden; hij zou zich wel kun-
nen vereenigen met een adres aan Rijnland in den
vorm van een verzoek.
De Voorzitter ontkent niet den hoogen waterstand
en ook niet de reparatie aan de stoomketels, doch
voor een en ander kunnen gegronde redenen zijn ge-
weest en mogeiijk heeft zich een geval van overmacht
voorgedaan.
De heer Van den Berg kan zich wel vereenigen
met het denkbeeld om een adres aan Rijnland te
richten, waarop de Voorzitter voorstelt aan Rijnland
te schrijven, dat door den veel te hoogen waterstand
schade is geleden.
De heer Van den Berg deelt mede, dat een veer-
tigtal jaren geleden er dikwijls een zeer hooge water-