A
30 Novcmbci' 1000.
Art. 5
Het volle tolgeld is invorderbaar voor elken
doorgang van brug, tolhek of tolboom, met dien ver-
stande, dat voor het opvolgend passeeren van tolhek
en tolboom slechts éénmaal het verschuldigde tolgeld
moet betaald worden.
L,
Art. 6
Diegenen, welke meenen geen tolgeld verschuldigd
te zijn, zuilen niettemin verplicht zijn het gevorderde
tolgeld te betalen tegen daarvan door den tolgaarder
af te geven kwitantie, waarna zij, onder overlegging
van die kwitantie, teruggave aan den Gemeente-e«t-/~~
vanger kunnen vragen.
Bij weigering van betaling kan de doorgang of /Ly^.
passage worden belet. e^.
Art. 7.
Deze Verordening treedt in werking '-ep1 Jnnuari
1910.
Gedaan ter openbare Raadsvergadering van den 30
cta^ [\Jov 1909.
De Voorzitter,^
De Secretaris,
Ilflú
oLe,
/Li4 O^JLjC' 'Lis-xjxrxs&Ö*—'
0^. 1r€*s OrxJ-