28 Juni 1910. 2 Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd daaraan de voorwaarden te verbinden, die zij voor een rich- tigen waarborg noodig achten. Art. 3. De verbintenis tot waterneming geschiedt voor den tijd van één jaar; het jaar wordt gerekend aan te van- gen den lsten Januari en te eindigen den 31sten De- cember. De verbintenis wordt geacht jaarlijks te zijn ver- lengd, tenzij het tegendeel blijkt uit eene vöör den lsten December aan den Directeur der Gemeente- Duinuaterleiding gerichte schriftelijke kennisgeving. Levering van duinwater voor het bouwen van hui- zen en voor andere tijdelijke werken, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, kan geschieden voor den tijd van tenminste ééne maand, mits tegen vooruitbetaling voor een verbruik van tenminste 50 M3. Art. 4. Wanneer de waterlevering in den loop van een maand aanvangt, wordt het gedeelte van eene maand v°or eene geheele maand gerekend. De waterlevering vangt aan op den dag, waarop de hoofdkraan in de straat wordt geopendde verbruiker ontvangt hiervan eene kennisgeving van den Direc- teur der Gemeente-Duinwaterleiding en is verplicht daarvoor een ontvangbewijs af te geven. Bij verhuizing of overlijden van den verbruiker en opzegging van de waterlevering zijn de abonnements- prijs en de meter- en dienstleidinghuur slechts ver- schuldigd tot het einde van de loopende maand. Reeds betaalde gelden worden echter niet geresti- tueerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1910 | | pagina 2