28 Juni 1910
3.
ken door de firma Baar en Holl volgens haar ont-
werp voor f590.
De heer Honig vindt het ontwerp van de firma Van
Bodegom en Co 200 mooi, dat hij zou willen voor-
stellen de brug te laten maken door die firma voor
f680, het verschil is f 90, doch het is een ding voor
het leven, de afloop is veel gemakkelijker en metter-
tijd komt de brug te liggen te midden van het bouw-
plan Dölleman.
In 't algemeen geeft hij in overweging, om, wie de
brug ook mocht maken, den aannemer er voor te la-
ten instaan, dat er geen hoeken worden uitgevaren.
De Voorzitter acht het gevaar daarvoor niet groot,
omdat de steunpunten van de brug geheel buiten de
vaart komen, aanvaring zou misschien kunnen geschie-
den tegen de zijkanten, spreker vreest, dat de aanne-
mer bezwaarlijk er voor zal kunnen instaan, dat er
geen hoeken worden uitgevaren.
De heer Van den Berg meent, dat de brug goed
kan beschermd worden, door de bestaande dukdalven
zoo ter zijde van het vaarwater onder de brug te
plaatsen, dat ze niet hinderen voor de doorvaart de
heer Van der Weiden vreest, dat ze te slecht zijn,
waarop de heer Van den Berg in overweging geeft
den toestand der dukdalven te laten onderzoeken, het-
geen de Voorzitter toezegt, die er ook voor gevoelt
om ze dienst te laten doen, als ze nog daarvoor ge-
schikt zijn.
De heer Honig houdt zich aan zijn opmerking den
aannemer er op te wijzen, dat er door aanvaring geen
hoeken mogen uitgaan, misschien kan dit door hout-
bekleeding voorkomen worden.