4 Augustus 1910. 3 Art. 10. Hij zal hebben toe te zien, dat geen lijk worde ter aarde besteld vöör den tijd op de begraafbilletten te vermelden. Art. 11. Behoudens verlof van den Burgemeester bij buiten- gewone omstandigheden, moet het begraven plaats hebben tusschen des morgens 8 en des namiddags 4 uren. Art. 12. Het vorderen van fooien is uitdrukkelijk verboden. Art 13. V°or de lijkbaren, touwen en verder materieel, dat het eigendom der Gemeente is, wordt door hem de noodige zorg gedragen. Na elke begraving wordt een en ander onmiddellijk opgeborgen en zoo noodig schoongemaakt. Genoemd materieel en verdere gereedschappen van de gemeente mag hij uitsluitend in dienst der ge- meente gebruiken en nimmer aan anderen in gebruik geven. Art. 14. Hij ,s verplicht, na afloöp eener begrafenis, bij het verlaten van het Kerkhof, de armenbus ten behoeve der Algemeene Armen aan te bieden. Voor den aanvang van elke Begrafenis zal die bus door of vanwege hem van de Gemeente-Secretarie worden afgehaald en na afloop onmiddellijk worden te- teruggebracht. Art. 15. Telkens wanneer een lijk is begraven, moet het graf vöör zonsondergang weder behoorlijk zijn geslo- ten. Hij zal toezien, dat de graven behoorlijk gesloten blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1910 | | pagina 3