28 October 1910.
3.
briek en der Waterleiding draagt zij in overleg met den
directeur, aan Burgemeester en Wethouders eene re-
geling voor.
Art. 11.
Zij zorgt voor zooveel haar betreft voor een
goede uitvoering der op de Gasfabriek en de Water-
leiding betrekking hebbende verordeningen en houdt
toezicht op de richtige naleving der instructiën van
het personeel dier bedriiven.
Art 12.
Zij zendt jaarlijks in den door Burgemeester en
Wehouders aangegeven vorm, aan Burgemeester en
Wethouders:
Voör 1 April een verslag, betreffende den toestand
en de werking van ieder der bedrijven over het afge-
loopen dienstjaar, gelijktijdig met de rekening van de
inkomsten en uitgaven van ieder der bedrijven over
het afgeloopen jaar, benevens balansen, bij voor-
keur door een accountant opgemaakt en aanwij-
zende de activa en passiva van ieder der bedrijven
op 31 December, nadat de boeken op dien datum zijn
afgesloten.
Voör 1 Juli eene begrooting van inkomsten en uit-
gaven met toelichtende memorie voor het volgende
jaar van ieder der bednjven.
Art. 13.
Zij maakt, in overleg met den Directeur, eene aan-
beveling van twee of drie personen op ter benoeming
van het personeel der Gasfabriek en der Waterleiding,
vergezeld van hare voorstellen omtrent het toe te
kennen salaris.
Art. 14.
Zij is bevoegd het personeel der Gasfabriek en der
Waterleiding uit te noodigen hare vergaderingen bij
te wonen en alsdan van hen inlichtingen, hun dienst
betreffende, te vorderen.
Art. 15.
Omtrent de wijze van vervanging van den Directeur
en van het overige personeel der Gasfabriek, draagt
zij, wat het personeel betreft in overleg met den Di-
reeteur, aan Burgemeester en Wethouders eene rege-
ling voor.