Vergoeding
aan de
vroedvrouw
bij verlos-
sing van
onvermo-
genden.
28 October 1910.
24
De heer Honig kan meegaan met het voorstel der
Financicele Comrnissie.
De heer Van Houten vraagt, of dan bij c'e Ambachts-
schoo! ook eene dergelijke regeling zal gemaakt wor-
den, waarop de Voorzitter uiteenzet, dat vroeger al-
leen aan de Ambachtsschool eene subsidie werd gege-
ven, later kwam er de Huishoud- en Industrieschool
bij en ten slotte werd voor elke school f 50 gegeven.
De Voorzitter brengt hierna in stemming het voor-
stel der Financieele Commissie om f5 per leerling te
geven, welk voorste! met algemeene stemmen wordt
aangenomen.
De Voorzitter zou het zoo willen bepalen, dat de
subsidie wordt uitgekeerd naar gelang het aantal leer-
lingen, dat in het afgesloten dienstjaar de Huishoud-
en Industrieschool heeft bezocht en in verband daar-
mede de Memorie van Toelichting willen wijzigen.
Dit wordt zonder stemming goedgevonden.
Bij volgnummer 108 deelt de Voorzitter mede, dat
wordt voorgesteld, aan de vroedvrouw bij gratis-ver-
lossingen van gemeentewege f 5. te betalen in plaats
van f 2.50, zooals tot nu het geval was, omdat het bil-
lijk wordt geoordeeld, dat zij dan hetzelfde bedrag ont-
vangt, als bij de het minstbetaalde verlossingen.
De heer Van der Eijken, Voorzitter der Financieele
Commissie, zegt, dat deze zaak daar wel is overwo-
gen en eene minderheid, spreker zelf, wel eenigszins
daartegen gekant was, hij wijst er op, dat de vroed-
vrouw reeds een vast salaris ontvangt van f300.
De Voorzitter antwoordt, dat het salaris gegeven
wordt, omdat de gewone praktijk voor de vroedvrouw
niet voldoende zou opleveren om van te leven.