28 October 1910.
Bij volgnummer 42 wijst de Voorzitter er op, dat
Verhooging wordt voorgesteld de jaarwedde van den ontvanger te
Jaarwedde verhoogen van f 600 op f800, waarop de heer Honig
van den mededeelt, dat hij anders een voorstel tot verhooging
Ontvanger. had willen indienen.
De heer Van den Berg kan zich met het voorstel
tot verhooging niet vereenigen. Spreker vraagt, of de
ontvanger het zoo druk heeft, dat hij nu reeds een
kierkje aan moet stellen hij kan zich die drukte niet
best voorstellen, hij is wel eens aan het kantoor ge-
komen, dat hij daar niemand aantrof, ook van onder-
hoorigen heeft hij dit vernomen; nu kan er buitendien
wel werk zijn, maar spreker meent toch niet, dat het
zoo heel erg is.
Vervolgens zegt c'e heer Van den Berg, dat hij de
andere reden, waarom hij tegen verhooging is, niet wil
herhalen, omdat deze den Voorzitter bekend is.
Als echter de Voorzitter zegt ze niet te weten, ver-
volgt de heer Van den Berg, dat hij voor de benoe-
ming van den ontvanger dezen niet heeft gesproken,
en daarom omtrent hem bij den Voorzitter informeer-
de, die mededcelde, dat de ontvanger eigenlijk niet
zoozeer orn het geld solliciteerde, want er zat nogal
veerkracht in, en dit was de reden, dat spreker voor
diens benoeming stemde.
De Voorzitter zegt hierop zich wel het bovenstaan-
de te herinneren, maar dat hij niet wist, waarop de
heer Van den Berg zooeven doelde. Spreker vervolgt
dan, dat de ontvanger niet heeft gevraagd om verhoo-
ging, maar dat het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders uitgaat.
Wat de vermeerdering van werkzaamheden betreft,