16 December 1910.
2
anderen, die overgang van eigendom tevens overgang
van huur zal ten gevolge hebben
dat de grond, voor zoover die van geen gebonwen
is voorzien. behoorlijk worde bepoot of beplant en
des noodig worde bemest en bij het eindigen van de
huur in behoorlijken staat worde opgeleverd
dat de huurder den grond kan bebouwen met in-
achtneming van de door Burgemeester en Weihouders
te stellen voorwaarden, waartoe de teekeningen vooraf
aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring
moeten worden toegezonden
dat ingeval de grondbelasting wegens gebouwde
eigendommen voor de opstallen van de gemeente
mocht worden gevorderd, de huurder verplicht zal
zijn het bedrag daarvan op eerstc aanmaning aan de
gemeente te vergoeden
dat bij het eindigen van de huur de gebouwen en
beplantingen het eigendom blijven van den huurder,
die verplicht za! zijn ze van den grond te doen weg-
nemen uiterlijk binnen één maand na het eindigen van
zijn recht. bij gebreke waarvan alles wat niet wegge-
nomen is, zonder eenige vergoeding het eigendom
van de gemeente wordt, zullende de huurder in gebre-
ke zijn door het enkel verloop van den bepaalden ter-
mijn
dat bij niet voldoening aan bovengenoemde voor-
waarden, hetzij door den huurder, hetzij door zijne op-
volgers het recht zal worden geacht te zijn vervallen,
zuliende de gemeente alsdan dezelfde bevoegdheden
hebben als bij beeindiging van het recht door verloop
van den huurtijd. zonder dat zij daartoe bij een rech-
terlijk vonnis zal zijn gemachtigd