i6 December 1910 voor de gemeente de bevoegdheid worden behouden, om hetzij zoo spoedig dit gewenscht wordt, hetzij na verloop van een aantal jaren, het nog niet afgeloste bedrag der leening bij grootere jaarlijksche bedragen of in eens pari af te lossen, en dan de voorwaarde worden aangenomen, dat bij het doen van eene zooda- nige buitengewone ailossing van dit bedrag ten hoogste één percent vergoeding zal betaald worden. De som- men, welke boven het genoerrde jaarlijksche aflos- singsbedrag worden terugbetaald, zullen worden afge- schrevcn van de laatste termijnen der periodieke aflossing. 3. De betaling der rente zal jaarlijks plaats hebben op nader door Burgemeester en Wethouders in over- leg met den geldschieter vast te stellen datum of data berekend naar den door hen met den geldschieter over- eengekomen rentevoet per jaar, telkens over de op die vervaldagen verschuldigde hoofdsom; 4. voor het sluiten der géîdleening zal van het op- gehomen bedrag voor eens ten höogste een half per^ cent provisie uitgekeerd kunhen worden. 5. Burgemeester en Wethouders kunnen de gemeente verbinden jegens den geldsebieter, dat de af te geven schuldbekentenis sen ten allen tijde inwisselbaar zal zullen zijn tegen obligatiën aan toonder. De kosten hierdoor veroorzaakt komen ten laste-van de gemeente. Rente en aflossing zullen worden gevonden uit de gewone inkomsten der gemeente. Gedaati ter openbare vergadering van den 16 Decem- ber igio. De Voorzitter, De Secretaris,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1910 | | pagina 8